Het verhaal van Kimberley

Kimberley was nog een kind toen ze op een nacht misbruikt werd door haar acht jaar oudere neef. Jarenlang probeerde ze niet te denken aan wat haar was aangedaan. Tot het nog een keer gebeurde door een collega op werk. Ze kon het niet alleen verwerken en merkte dat ze hulp nodig had. Via internet kwam ze in contact met Slachtofferhulp Nederland.

“Mijn neef was als een broer voor mij. Als ik bij mijn tante bleef slapen, sliep ik bij hem in bed. Op een nacht begon hij tegen mij aan te rijden. Ik zei er niets van, bleef doodstil liggen, totdat het stopte. De volgende ochtend deed hij alsof er niets was gebeurd. Ik was nog zo jong. Ik wist helemaal niet wat het was, maar ik voelde dat ik het niet mocht vertellen.

Het ging steeds een stapje verder. Op een gegeven moment raakte hij mij niet alleen ‘s nachts aan, maar ook overdag. Als hij mij vroeg om bij hem op schoot te komen zitten, vond mijn familie dat niet raar. We waren praktisch broer en zus. Ik durfde niets aan mijn familie te laten merken, ik was bang voor hun reacties. Ik wist zeker dat ik hen zou kwetsen als ik zou vertellen wat mijn neef bij mij deed.

Vanaf haar elfde ging Kimberley steeds meer haar eigen weg. “Ik kwam minder bij mijn familie over de vloer, waardoor mijn neef mij niet meer zo vaak betastte. Diep van binnen schreeuwde ik, maar ik kon het niet uiten. Op mijn vijftiende barstte ik voor het eerst tegen mijn neef uit. Ik kon mezelf niet meer in de spiegel aankijken. Ik zei dat als hij mij nog één keer aan zou raken, ik het tegen de hele familie zou vertellen. Vanaf dat moment heeft mijn neef mij met geen vinger meer aangeraakt. 

Ik vertelde niemand wat mij was overkomen. Ik had vreetbuien, ging blowen en maakte veel ruzie met mijn ouders. Voor de buitenwereld hing ik de clown uit. Om maar niet te hoeven denken aan wat mij was aangedaan.”

“Ik zei dat als hij mij nog één keer aan zou raken, ik het tegen de hele familie zou vertellen. Vanaf dat moment heeft mijn neef mij met geen vinger meer aangeraakt.”

“Totdat ik op de kerstborrel was van mijn werk. Toen ik in gesprek was met twee collega’s had ik een nare seksuele ervaring. Een collega stond met zijn pik tegen mij aan, had zijn mond over mijn oor en sabbelde eraan. Ik draaide me om en keek midden in het gezicht van Jan, een manager die er al heel lang werkte. Nú versteende ik niet. In plaats daarvan zei ik: ‘Jan jij móet doorlopen, ik ga dit laten bezinken en je hoort mij maandag. Jan zei direct dat hij niet wist wat hem bezielde en liep weg. Mijn collega’s reageerden geschokt en zeiden: ‘Wat is dit? Dit kan niet.’ Ze hadden geen benul. In die paar seconden dat Jan achter mij stond, kwam alles naar boven wat ik al die jaren had weggestopt. Ik ging samen met mijn collega’s naar het rokershok. Daar vroegen ze hoe het met mij ging. Ik heb hen verteld wat mij in mijn jeugd is overkomen.  

De nachten erna had ik enorme nachtmerries. Ik wist dat dit zo niet verder kon. Ik besloot mijn vertrouwenspersoon op het werk te bellen. Hij gaf aan dat hij Jan moest ontslaan. Ik schrok hiervan, want dat was eigenlijk helemaal niet wat ik wilde. Jan had een vrouw en twee kinderen en daar moest hij voor kunnen zorgen. Wéér zette ik mezelf niet op de eerste plaats en was ik meer bezig met het lot van anderen, dan met mijn eigen lot.”

Het hulpproces van Kimberley

Kimberley merkte dat ze hulp nodig had. “Dit kon ik niet alleen verwerken. Via internet kwam ik in contact met Slachtofferhulp Nederland. Ik kreeg Anneke aan de telefoon en voelde me direct gehoord. Ik heb nog steeds contact met haar. Ze is echt een buddy voor mij. Ze luistert, stelt vragen en zoekt samen met mij naar mogelijkheden om mijn leven weer op de rit te krijgen. Ik vind het fijn om mijn verhaal aan iemand te kunnen vertellen die mij en mijn familie niet kent. Ik kan Anneke altijd bellen als ik haar hulp nodig heb.”

Via Slachtofferhulp kwam Kimberley bij een lotgenotengroep terecht. “Het helpt om met mensen te praten die het gevoel kennen als je zoiets mee hebt gemaakt. Dat heeft mij veel steun gegeven. Door de therapie besef ik dat ik slachtoffer ben, dat het niet mijn schuld is. Het is fijn om handvatten te krijgen om de vervelende gebeurtenis een plek te geven. Daarnaast gaf Slachtofferhulp mij de kracht om aangifte te doen. Ik heb aangifte gedaan tegen zowel mijn collega als neef. De zaak tegen mijn collega leidde tot een zitting. Maar kort van tevoren kreeg ik te horen dat de zitting niet doorging, omdat Jan was overleden. Bij mijn neef is het nooit tot een zitting gekomen. Ik had te weinig getuigen, het was mijn woord tegen het zijne.

Ik krijg weleens de vraag of ik het niet vervelend vind dat mijn aangiftes niets hebben opgeleverd, maar ik ben blij dat ik aangifte heb gedaan. Ik heb mijn stem laten horen en ik heb eindelijk voor mezelf gekozen in plaats van voor mijn omgeving. Het klinkt gek, maar ik ben nu blij met wat er op de kerstborrel is gebeurd. Sinds het hoge woord eruit is, voel ik me bevrijd. Ik was mezelf onbewust kwijtgeraakt in de afgelopen jaren. En dankzij de hulp weet ik eindelijk weer wie ik ben. Had ik maar eerder hulp gezocht.”

Disclaimer: Dit verhaal is waargebeurd. Om privacyredenen zijn de namen en foto’s niet van de werkelijke persoon.

Tips van een psycholoog, arts of de politie

Lees meer tips van professionals over wat jou kan helpen.